11-07-2015

True Story



Een uitgerangeerde journalist ontdekt dat een moordverdachte zijn naam gebruikt en gaat op onderzoek uit. Het resultaat: een rechtszaakthriller met een psychologisch randje zonder verdere bijzonderheden. 


Michael Finkel (Jonah Hill) werkt aan zijn tiende coverstory voor de New York Times, verdraait de waarheid een beetje ten faveure van het verhaal, wordt op het matje geroepen en per direct ontslagen wanneer de feiten niet blijken te kloppen. Dan zijn het overigens geen feiten meer, maar dat terzijde.

In de volgende scène zien we Christian Longo (James Franco) opgepakt worden op verdenking van de moord op zijn vrouw en drie jonge kinderen . Hij is gevlucht naar Mexico en noemt zichzelf Michael Finkel. Toeval of niet, de 'echte' Michael Finkel vindt het een fascinerend gegeven en gaat op onderzoek uit. Hij heeft tenslotte toch niets te doen. Longo stemt in met een reeks interviews in de gevangenis.

Prima premisse voor een film, lijkt me. Een mysterieuze, kalme moordenaar die schijnbaar zonder motief of reden aan het moorden slaat versus een uitgerangeerde journalist die via een geruchtmakende moordzaak zijn comeback wil maken binnen de journalistiek. Spannend is het ook wel, zeker als blijkt dat de twee meer met elkaar gemeen hebben dan aanvankelijk wordt gedacht. Maar meer dan dit wordt het helaas nooit.


True Story is een - jawel - waargebeurd verhaal gebaseerd op het boek dat Michael Finkel schreef na de rechtszaak. De film heeft de waarheid echter in een te hoog vaandel staan, hetgeen ten koste gaat van de film. Muziek moet spanning opleveren in scènes waarin de twee mannen eigenlijk gewoon converseren. Een geforceerde scène tussen Longo en Finkel's vrouw (Felicity Jones) komt uit het niets vallen. Het is nogal de vraag of dit geschikt materiaal is om te verfilmen.

True Story blijkt namelijk meer een 'ordinary story' waarin wat filmtrucjes het publiek moeten belazeren. Op een goede filmmanier dan hè. Maar deze trucjes zoals het suggereren van een groot mysterie en de eventuele verborgen band tussen Finkel en Longo blijken allemaal gebakken lucht. De film bouwt de spanning steeds verder op om te eindigen met een enorme anti-climax.

Taxi Teheran



Op 20 december 2010 werd de Iraanse filmmaker Jafar Panahi veroordeeld tot 6 jaar huisarrest en mocht hij de eerstkomende 20 jaar geen films meer maken. Nu, vijf jaar later, valt z'n tweede film sinds 2010 alweer te bewonderen.


Taxi Teheran is een dag in het schijnbaar normale leven van een taxichauffeur. Alleen, deze taxichauffeur is Jafar Panahi zelf en onder het mom van beveiligingscamera's filmt hij zijn klanten. Of de klanten acteurs zijn blijft even de vraag, zeker wanneer één van de klanten Panahi herkent en suggereert dat hij in het ootje wordt genomen en dat alles in scène is gezet.

In ieder geval voor de gek gehouden wordt de Iraanse overheid. Hun vonnis heeft gelukkig - tenminste vooralsnog - geen invloed gehad op Panahi en op satirische wijze stelt hij de dagelijkse problematiek binnen Teheran/Iran aan de kaak. Onderwerpen als diefstal, filmmaken, censuur en politiek worden in de taxi besproken. Door de klanten, niet door de taxichauffeur zelf. Sterker nog, Panahi lijkt bewust weinig te zeggen en laat stuurt de gesprekken hooguit in een bepaalde richting.


Gedurende de taxirit laat Panahi de kijker in het ongewisse betreffende de realiteit, maar is in ieder geval duidelijk dat het hier een mooie en originele protestfilm betreft. Alle klanten zijn vermakelijk op hun eigen manier, van de dief tot de mensenrechtenactiviste. Teheran blijkt een levendige, bruisende stad. Nog iets moois, een aftiteling ontbreekt. Zo kan het ministerie van islamitische Zaken de klanten niet opsporen.