22-06-2012

Safe House

Genre: Thriller (115 min.)
Met: Denzel Washington, Ryan Reynolds, Vera Farmiga & Brendan Gleeson
Regie: Daniel Espinosa
Waardering: 3 / 5

Een safe house is een verblijfplaats waar de C.I.A. gemiddeld zo'n één keer per jaar gebruik van maakt. Ze zitten blijkbaar overal en nergens en variëren van bedrijven tot boerderijen. De rest van de tijd, wanneer er dus geen politieke vluchteling of vermeende terrorist wordt gehuisvest, wordt een safe house bewaakt door een 'conciërge'. De C.I.A. moet veel slimme mensen in dienst hebben als ze een afgestudeerd econoom van Yale dit baantje laten opknappen. De conciërge van het safe house in kwestie, gevestigd in Zuid-Afrika, is Matt Weston, gespeeld door Ryan Reynolds. Matt heeft al 12 maanden niemand langs zien komen en aast op een promotie. Er gebeurt dus geen kont, totdat op een dag Tobin Frost (Washington) wordt binnengebracht.

Tobin Frost is een geslepen man, vriendelijk, maar ook dodelijk, ex-C.I.A. en wordt in vier continenten gezocht. Op Antarctica nog niet dus. Tobin Frost wordt gemarteld, maar weet al aan te geven dat de methode waarmee hij gemarteld gaat worden niet goed wordt uitgevoerd. De handdoeken zijn te licht. Zo'n 350g te licht. Aan alles wordt duidelijk dat Tobin Frost een door de wol geverfde crimineel is, die ogenschijnlijk moeiteloos omgaat met zijn verblijf in het safe house en binnen mum van tijd in staat is om in de hoofden van zijn ondervragers te kruipen, in plaats van andersom. Het contrast tussen Matt en Tobin kan bijna niet groter en de manier waarop Tobin inpraat op Matt is mooi verfilmd. Matt komt net kijken, heeft geen enkele veldervaring en komt plotseling in aanraking met één van de beste agenten die de C.I.A. ooit heeft gehad. Matt voelt de druk, maar heeft tegelijkertijd ook ontzag voor Tobin en die dynamiek maakt het eerste gedeelte van de film erg interessant en spannend. Tobin en Matt zijn al snel op elkaar aangewezen, na wat ongeloofwaardige gebeurtenissen in het safe house.

Het eerste gedeelte van de film zit goed in elkaar, de spanning wordt mooi opgebouwd en de twee hoofdpersonen worden sterk uitgewerkt, maar zo halverwege de film verliest het script haar kracht. Vooral wanneer het hoofdkwartier van de C.I.A. in Langley zich er mee gaat bemoeien door Linklater (Farmiga) en Barlow (Gleeson) op pad te sturen naar Zuid-Afrika wordt de film met de minuut ongeloofwaardiger. Je kan je daaraan storen of er niet al teveel bij nadenken, maar ik heb toch regelmatig dat eerste gedaan. Zeker omdat de film zichzelf op de meeste andere vlakken nogal serieus neemt en dan vind ik dat je ook wel wat realisme mag verwachten. Ik heb het dan niet over magazijnen leegschieten en niemand raken, want dat is gewoon standaard, maar over handelingen van de hoofdpersonen. Zo gaan Matt en Tobin niet al te lang in het safe house verblijven, maar doen ze allerlei locaties aan. Dat is op zich natuurlijk leuk voor een film, beetje plaatjes schieten op allerlei stukjes Afrika, maar er is echt geen enkele reden waarom een C.I.A. agent een voortvluchtige meeneemt naar een volgepakt voetbalstadion om daar een G.P.S. op te halen uit een kluisje. 

Safe House is een typische C.I.A.-thriller, mocht zoiets een genre zijn. De C.I.A. wordt in films maar zelden afgeschilderd als een integere organisatie, maar is een gewilde instantie in films en ook hier is het weer raak. Er is sprake van grootschalige corruptie en als er ook maar enige kern van waarheid in al die films zit zou de C.I.A. toch ondertussen een keer opgeheven zijn. Safe House besteedt naar mijn mening iets te weinig aandacht aan de details en het verhaal mist wat consistentie. Ook zijn er een aantal vreemde scènes waar opeens bijrijders in een auto zitten en een andere vreemde scène waarin Tobin Frost door zijn hoofd geschoten lijkt te worden, maar de volgende scène wandelt hij weer gewoon over het trottoir. Wie er dan wel dood is was mij een raadsel. Alsof ze een scène vergeten zijn eruit te knippen. Safe house is overigens wel gedurende de hele film spannend, vooral ook omdat het lange tijd onduidelijk is waar Tobin Frost op uit is. Wanneer je echter iets meer aandacht gaat besteden aan het verhaal valt al snel op dat het uiteindelijk een opeenstapeling van allerlei ongeloofwaardige gebeurtenissen blijkt te zijn. Dat is jammer, want voor de rest is het een hele degelijke thriller.

Het acteerwerk van Denzel Washington is als vanouds sterk, maar Ryan Reynolds maakt op mij zelden een goede indruk. Ook hier vond ik hem niet erg overtuigend en hij is gewoon niet cool genoeg om zo'n rol goed te kunnen brengen. Als je op zoek bent naar wat realisme in serieuze thrillers dan ben je bij Safe House niet aan het juiste adres. Maar hou je van gewoon spanning en een prima te volgen, al dan niet wat ongeloofwaardig, verhaal dan kan deze film je ongetwijfeld wel bekoren. 

Wrath of the Titans

Genre: Actie (99 min.)
Met: Sam Worthington, Rosamund Pike, Toby Kebbell, Bill Nighy, Ralph Fiennes & Liam Neeson
Regie: Jonathan Liebesman
Waardering: 2 / 5

Wrath of the Titans is het spectaculaire vervolg op Clash of the Titans, hetgeen weer een remake was van de gelijknamige film uit 1981. Ook in dit deel wordt er met elementen gesmeten, vliegen de Griekse mythologische figuren je om de oren en zien we de wereld net niet ten onder gaan aan een soort van gereïncarneerde vulkanische golem die ook wel bekend is onder de naam Kronos. De Grieks-mythologische equivalent van de tijd en tevens een Titaan, waarvan wij weer een aantal woorden hebben afgeleid die u thuis zelf ongetwijfeld kan bedenken. 

In Wrath of the Titans neemt men het redelijk nauw met de geschiedenis, voor zover je daarvan kan spreken wanneer het gaat om religie en mythologie. Het verhaal is dat Hades (Fiennes) en Ares (Edgar Ramirez) hun broer resp. vader Zeus (Neeson) verraden door hem uit te leveren aan Kronos die gevangen zit in de berg Tartarus. Onlangs verscheen 'Immortals' die op dit vlak het meerdere malen bij het verkeerde eind had, maar in deze film hebben ze zich aardig aan de bestaande mythologie gehouden. De mythologie is overigens spannend genoeg, afgaande op de verhalen die mijn leraar Grieks altijd aan het einde van de les vertelde. Kronos wil ontsnappen uit de berg Tartarus en heeft daarvoor Zeus' krachten nodig.

Het feit dat er een apart kopje is voor 'Mortal Conquests'
vond ik al reden genoeg voor dit plaatje.
Kronos is de vader van Zeus. Enige gelijkenis is ver te zoeken, overigens. De vader-zoon relaties in deze film hebben veel overeenkomsten met die van een slechte soap, maar dat vonden die Grieken vroeger prachtig. Al die Goden gingen vreemd bij het leven en hadden net zoveel buitenechtelijke kinderen als Mick Jagger. Perseus (Worthington), de held, is één van de vele zonen van Zeus (Ares is er ook één) en moet niet alleen zijn vader redden uit de lavahanden van Kronos, maar ook de wereld. Wanneer Kronos (een Titaan, geen Olympische God) namelijk alle macht verzameld heeft zal alles wat de Olympiërs (Zeus, Hades, Poseidon etc.) ooit hebben opgebouwd uiteen vallen en de bewoonde wereld hoort daar ook bij. Mocht u het thuis allemaal niet meer zo begrijpen qua stamboom, zie dan het bijgevoegde plaatje. Erg verhelderend.

Perseus moet Zeus redden, daar komt het op neer. Het plan is simpel, Ze moeten op zoek naar Hephaestos (Nighy). Hephaestos heeft namelijk Tartarus gebouwd en weet dus ook hoe je daar als sterveling binnen moet komen om je in eerste instantie onsterfelijke vader te redden hetgeen natuurlijk niet noodzakelijk zou zijn als hij daadwerkelijk onsterfelijk was, wat hij dus niet is. Wel wat vreemd, voor Goden, zouden wij denken, maar het idee God en het concept onsterfelijkheid zijn niet per se in den beginne en per Griekse definitie met elkaar verweven. Er is niet direct een reden te bedenken voor Goden om onsterfelijk te zijn en in Wrath of the Titans sneuvelen er dan ook een paar. Net als theekopjes op een keukenvloer, zoals Herman Finkers al eens terecht opmerkte.


Waar Perseus eerst, in deel 1, een vrij onschuldig Griekse burger was die langzaam maar zeker zijn lot onder ogen zag en uitgroeide tot een halfgod gaat hij uiteraard dit proces niet nog eens herhalen. Nu, in deel 2, gaat het zelfs zo ver dat hij zo nu en dan overkomt als een arrogant mannetje waar toch maar weinig sympathie voor valt op te brengen. Ook de harige sidekick Agenor (Kebbell) probeert de film naar een hoger komisch niveau te tillen, maar zijn pogingen en kazige oneliners zijn tevergeefs. De relatief mooie blonde koningin Andromeda (Pike) voert een bataljon Grieken aan in de epische eindstrijd en trekt verder gedurende de film wat verbaasde gezichten, maar overtuigend is het niet. Dialoog is lachwekkend en van coherente verhaallijn is geen sprake. Het enige dat eigenlijk imponeert zijn de special effects en de Titanen worden in alle soorten en maten op het scherm getoverd. Ze komen letterlijk uit de lucht vallen, zorgen voor wat chaos en visueel spektakel, maar voegen maar weinig toe aan het bijzonder dunne verhaal. 

Er moet dan ook geconcludeerd worden dat deze film zich niet in het rijtje gaat scharen van 'sequels die beter zijn dan het origineel'. Het is slechter, stukken slechter zelfs. De special effects imponeren, maar zijn ook niet van dusdanig niveau dat het de hele film kan redden en net als Andromeda heeft Wrath of the Titans bijzonder weinig om het lijf. Het is gewoon echt niet de moeite om dit te gaan zien.

21-06-2012

Weekend

Genre: Drama (97 min.)
Met: Tom Cullen & Chris New
Regie: Andew Haigh
Waardering: 4 / 5

Russell (Cullen) besluit na een feestje van zijn beste vriend Jamie nog even de stad in te duiken. Hij komt terecht in Propaganda, een hippe gaybar. Daar ontmoet hij Glen (New), die hem naar eigen zeggen redt van een dronken gnoom, met wie hij enkele uren later in bed belandt. In eerste instantie lijkt het slechts een one-night-stand te zijn, maar schijn bedriegt en er slaat wel degelijk een vonkje over tussen Glen en Russell. Ze zullen een heel weekend met elkaar doorbrengen. Het weekend beslaat de hele film en bestaat uit dialoog, drugs, drank en seks. Het deed mij erg denken aan 'Habitación en Roma', waarin twee lesbiennes elkaar in Rome tegenkomen en o.a. hun levensverhaal met elkaar delen. 

Nu was 'Habitación en Roma' een behoorlijk kleurrijke, vrolijke film en al hadden de hoofdpersonen daar ook wel de nodige problemen, ze zaten wel in een mooi hotel in een prachtige stad. Depressieve mensen in Rome hebben natuurlijk eigenlijk geen recht van spreken. Nee, dan de buurt waarin Russell leeft. Het is grauw, grijs, hij woont op 14 hoog in een vervallen flat in een buurt waar Vogelaar waarschijnlijk zou willen ingrijpen, hij werkt in een aan de klok te zien bouwvallig zwembad als badmeester en homo's zijn er niet bepaald geliefd. Anderen noemen het Nottingham. Deze grauwe sfeer typeert niet alleen de habitat van Russell, maar ook de rest van de film. Weekend is af en toe grappig en zo nu en dan kon ik me erg vinden in de gesprekken tussen Russell en Glen, maar het grootste gedeelte van de film is een beschrijving van het leven van Russell en dat leven gaat niet over rozen.

Waar Weekend vooral om draait is, middels een karakterschets van een doorsnee persoon die toevallig homo is, aangeven hoe moeilijk het is om homo te zijn en hoe je daar mee om kan gaan. Daarin verschillen Glen en Russell radicaal van elkaar, hetgeen de film ook zo interessant maakt. Glen is een wijsneus, houdt er redelijk wat semi-filosofische inzichten op na en claimt dat de mensheid hem als zodanig niet interesseert. Hij deed me wel wat aan mezelf denken een aantal jaren terug wanneer ik me nog niet had gerealiseerd dat de meeste mensen niet zitten te wachten op filosofische theorieën, hopelijk overtuigende argumenten en vrijetijdsfilosofen. Glen wil geen relaties, wil niet weten wat mensen van hem denken, maar lijkt slechts uit te zijn op wat tolerantie voor de homofiele medemens. Zijn filosofische inzichten en zijn doelen stroken niet echt met elkaar en Glen vond ik in eerste instantie maar een vervelend mannetje. Zijn methodes staan mij persoonlijk niet zo aan en echt een aimabel persoon kan je Glen niet noemen, maar hij heeft zo zijn charmes en bedoelt het allemaal wel goed.

Russell daarentegen is een gelaten persoon, niet op zoek naar problemen en wil het liefst met rust gelaten worden door de buitenwereld. In tegenstelling tot Glen is Russell nog niet volledig uit de kast en maakt hij zich wel druk om wat mensen van hem denken. Hij weigert in het openbaar te zoenen en is bang om uitgescholden te worden vanwege zijn geaardheid. Hij heeft een veel meer gesloten persoonlijkheid en dat botst wel lekker met Glen. Maar Weekend biedt meer dan homo-gerelateerde problemen, want naast seksualiteit komen ook allerlei andere onderwerpen aan bod die voor velen, homo of niet, herkenbaar zullen zijn. Veel mensen zullen zich wel ergens herkennen in Glen of Russell. Het contrast tussen Glen en Russel, hun door drugs gevoede gesprekken en een realistisch kijkje in hun levens zijn de peilers waarop de film rust. Deze peilers vormen de basis van een mooi drama dat zich weet te onderscheiden door overtuigende acteurs en zodoende uitgroeit tot meer dan een protestfilm alleen.