04-01-2012

La Piel Que Habito (The Skin I Live In)

Genre: Drama / Thriller
Met: Antonio Banderas, Elena Anaya, Jan Cornet & Marisa Paredes
Regie: Pedro Almodóvar
Waardering: 3.5/5

Pedro Almodóvar staat bekend om het maken van bizarre en controversiële films. Ik zag al eerder de Spaanse film Volver, met Penelope Cruz in de hoofdrol. Nu is het de beurt aan Antonio Banderas, die een geniale, tevens gestoorde, wetenschapper speelt. Dr. Robert Ledgard is een autoriteit op het gebied van huidtransplantaties. Hij is erg succesvol, gezien zijn huis, waar onder andere een laboratorium en een operatiekamer te vinden is.

De meeste chirurgen zullen geen operatiekamer in hun eigen huis hebben, maar Robert is ook geen normale chirurg. Hij gebruikt zijn medische installatie om een huid te creëren die vuurvast is en bovendien bestand tegen muggen. Altijd handig. Hij moet alleen wel varkens- en mensenhuid genetisch combineren, iets dat de medisch ethische commissies niet altijd waarderen. Dus doet hij het maar in zijn eigen huis, dat overigens meer weg heeft van een klein kasteel, inclusief oprijlaan. Roberts obsessie met huid komt omdat zijn vrouw vele jaren terug levend is verbrand in een auto-ongeluk. 

Zijn in het laboratorium gecreëerde huid test hij op een jonge vrouw die hij gevangen houdt in zijn huis. Vera (Anaya) heeft een aparte kamer, heeft een eigen garderobe en krijgt eten via een doorgeefluik. Het is een vrij luxe cel, maar de situatie blijft vreemd, op z'n minst. Ze wordt door verscheidene camera's in de gaten gehouden en hoe langer Robert naar die camerabeelden kijkt, hoe meer hij in de ban raakt van zijn eigen gevangene, mede omdat ze op zijn overleden vrouw lijkt. 

Vera zit blijkbaar al zo lang gevangen dat ze zich heeft neergelegd bij de situatie. Ze heeft ongetwijfeld last gekregen van het Stockholm Syndroom, al komt niemand haar redden. Ze praat met Robert, ze eten soms wat samen in haar luxe cel en ze roken samen een opiumpijp. Hoe deze bizarre situatie is ontstaan wordt in de rest van de film uitgelegd. Ik wil er verder niet teveel over kwijt, maar ik moet wel zeggen dat dit één van de bizarste films is die ik sinds tijden heb gezien. 

Antonio Banderas speelt de geniale wetenschapper heel intens en erg overtuigend. Hij gelooft met hart en ziel in wat hij doet en houdt met niemand anders rekening dan zichzelf.  Zelfs zijn eigen moeder Mirilia (Paredes) die bij hem in huis woont lijkt vooral aanwezig te zijn om eten te maken en op Vera te letten als Robert er niet is. Zijn verleden met zijn overleden vrouw blijft hem achtervolgen en is deels de reden voor zijn gedrag. Zijn gedrag wordt echter ook deels bepaald door het feit dat hij volledig gestoord is. Elena Anaya is mysterieus, bijzonder mooi en je vraagt je constant af wat er in haar hoofd omgaat. De relatie tussen Robert en Vera roept allerlei vragen op, hetgeen de film interessant houdt.

De relatie tussen Vera en Robert is zo vreemd dat je gewoon wil weten hoe dit heeft kunnen gebeuren. De film geeft de antwoorden, al zijn deze niet geschikt voor mensen met een zwakke maag. De film is heel mooi gemaakt, de cast levert puik acteerwerk af en op veel vlakken is dit een geniale film, totdat je je aan het einde van de film realiseert wat je eigenlijk hebt gezien. Het is ziek. Niet zoals met Saw of the Human Centipede, maar meer zoals Dogtooth. Wie weet krijgt deze film ook wel een Oscar-nominatie. Het zou me niks verbazen.

03-01-2012

Margin Call

Genre: Drama
Met: Kevin Spacey, Paul Bettany, Penn Badgley & Zachary Quinto
Regie: J.C. Chandor
Waardering: 4/5

In een groot bedrijf dat voornamelijk handelt in aandelen, het zou een bank kunnen zijn, maar dat is het niet, wordt 80% van een afdeling ontslagen. Het is ironisch dat het de afdeling risicomanagement betreft. Het is vragen om problemen, zou je denken. Onder de ontslagen werknemers is Eric Dale (Stanley Tucci). Hij is al een tijdje bezig met een grote risico-analyse van de inkomsten en uitgaven van het bedrijf, maar kan de klus niet afmaken. Hij zet alles op een USB stick, geeft deze aan één van z'n voormalige werknemers en spreekt de legendarische woorden "Be careful." De man die de stick in handen krijgt is Peter Sullivan (Quinto), hij raakt geïntrigeerd door de aparte manier van afscheid van zijn baas Eric en gaat de data op de stick onderzoeken. Hij komt er achter dat de verwachte verliezen van hun afdeling alleen al meer zullen zijn dan de marktwaarde van het bedrijf. Ik snap weinig van economie, maar zoiets is vast niet gunstig. Peter licht om 22:00 dezelfde dag zijn superieuren in en het balletje begint te rollen.

Het balletje wordt langzaam een enorme bal, om uiteindelijk als een lawine zich te manifesteren. Deze film geeft een leuke kijk in de grootste oorzaak van de kredietcrisis. Dit soort bedrijven maken enorme winsten, betalen hun werknemers $250.000 als startsalaris en honderden miljoenen, misschien wel miljarden, verwisselen met één muisklik van eigenaar. Of eigenlijk, aandelen waarvan mensen denken dat ze honderden miljoenen waard zijn verwisselen met één druk op de knop van eigenaar. Je koopt iets in en verkoopt het voor meer dan de inkoopprijs, dat lijkt me logisch. Maar wanneer alles virtueel is krijgt waarde ook een andere betekenis. Het lijkt meer een spelletje poker te worden. "At the end of the day, one guy wins and one guy loses," zegt Seth Bregman (Badgley). "You do know it's a little more complicated than that, right?" aldus Peter. Hij heeft vast gelijk.

Het balletje begint niet alleen op economisch vlak te rollen, ook binnen het bedrijf komen we steeds dichter bij het topje van de piramide. Peter '250k/jaar' Sullivan belt zijn baas Will '2,5 miljoen/jaar'  Emerson (Bettany), die op zijn beurt zijn baas Sam '4 miljoen/jaar' Rogers (Spacey) belt, die zijn baas Jared 'nog meer' Cohen (Simon Baker) belt, die op zijn beurt de CEO John '86 miljoen/jaar incl. bonussen' Tuld (Jeremy Irons) belt. Tuld verdient 86 miljoen dollar per jaar, zo wordt verteld, maar hij heeft geen idee wat zijn bedrijf precies doet. Een geruststellende gedachte.

Is het normaal wat deze mensen verdienen? Peter vraagt het aan Seth, die misschien niet de juiste persoon is om deze vragen te beantwoorden. Hij is 23, onverantwoordelijk, egoïstisch en nogal belust op geld. Je zou dat van iedereen binnen dit soort bedrijven kunnen zeggen, maar dat is misschien niet helemaal eerlijk. De film is ook niet heel erg moralistisch en dat is bijzonder. Het zou heel makkelijk zijn om al die mensen af te schilderen als graaiende zakenmensen die bewust enorme risico's nemen om er zelf beter van te worden. Het is misschien ook waar, maar Margin Call geeft de mensen binnen het bedrijf persoonlijkheid en een leven. Vooral de mensen die niet aan de top staan hebben nog een gevoel van menselijkheid. Iets dat de top al lang verloren lijkt te hebben. "It wasn't brains that got me here, I can assure you that," aldus de topman.

Het contrast tussen de `mensen' en de top wordt wel pijnlijk duidelijk. Sam Rogers, uiteraard goed gespeeld door Kevin Spacey, wil eigenlijk niet weten wat er allemaal echt gaande is binnen het bedrijf. Hij maakt zich vooral zorgen om zijn labrador, die op sterven ligt. Eric Dale, die middels een mooie anekdote over een brug die hij in een ver verleden heeft gebouwd aantoont hoe triviaal de effectenmarkt is, is vooral bezig met zijn gezin. Peter maakt zich zorgen om de `normale' mensen, waar hij zich al niet meer toe rekent. Hij ziet de gevolgen voor de economie ook in. Bij Cohen en Tuld ligt het al anders. Zij zijn op zoek naar een verklaring voor hun eigen gedrag en ze komen uit bij een filosofie die voornamelijk op `survival of the fittest' lijkt. De situatie wordt vrij helder geanalyseerd door Will: "They want what we have to give them, but they also want to, you know, play innocent and pretend they have no idea where it came from. That's more hypocrisy than I'm willing to swallow, so fuck 'em."

De film speelt zich binnen 24 uur af. Binnen diezelfde tijd worden er veel belangrijke beslissingen gemaakt, beslissingen die op iets langere, maar niet veel langere, termijn gevolgens hebben voor onder andere de `normale' mens. Binnen die tijd leer je de personages goed kennen, vooral door de geweldige cast. Margin Call bevat enkele mooie anekdotes, verhelderende theorieën en biedt een kijkje in de keuken van de economie. Als je de economische terminologie kan verteren en je enigeszins interesse hebt in de economie of de kredietcrisis, dan is dit een `must-see'. En de vraag of we de economische crisis aan onszelf te danken hebben wordt gelukkig niet opgelost, waar ik ergens wel blij om ben. "It's just money. It's made up. Pieces of paper with a picture on it so we don't have to kill each other just to get something to eat." Ik zal het niet ontkennen.

02-01-2012

In Time

Genre: Thriller / Sci-Fi
Met: Justin Timberlake, Amanda Seyfried, Cillian Murphy & Olivia Wilde
Regie: Andrew Niccol (Lord of War)
Waardering: 3/5

In Time speelt zich af in een tijdperk waarin het concept `geld' niet meer bestaat, maar vervangen is voor het concept `tijd'. Ik vind dat wel interessant, want de vergelijking is niet eens zo vreemd. Immers, tijd is geld. Geld is een verzinsel, al zie ik er het nut wel van in. Voor tijd geldt eigenlijk hetzelfde. Of de twee vervolgens ook inwisselbaar zijn is een beetje de vraag, maar in deze film wel.

Er is een situatie ontstaan waarin mensen genetisch zo gemanipuleerd zijn dat ze onsterfelijk zijn geworden. Iets met telomeren ofzo. Ze zijn niet alleen onsterfelijk, maar ze worden lichamelijk gezien niet ouder dan 25 jaar. Aan het kapsel van Amanda Seyfried te zien groeit je haar ook niet meer aan. Dat had ze waarschijnlijk een half jaartje eerder moeten bedenken, want nu loopt ze de rest van haar leven voor aap. Of althans, naar mijn niet al te modieuze mening. Haartrends zijn hoe dan ook verleden tijd in deze film.

Op je 25e verjaardag begint er een biologische klok te tikken. Letterlijk biologisch, want deze klok staat gegraveerd op je arm en als de tijd afgelopen is worden de systemen die de mens in leven houden uitgeschakeld en vallen mensen dood neer. Mensen beginnen met een jaar tijd en de rest van de tijd moet je verdienen door te werken. Alle goederen moet je betalen door tijd van je klok te laten halen. Een kopje koffie kost 3 minuten. 

Leuk idee wel, moet ik zeggen. Het is ook allemaal vrij subtiel uitgewerkt en de film heeft de moeite genomen om tijd als betaalmiddel enigszins geloofwaardig over te laten komen. Een stuk minder geloofwaardig zijn de acteurs. Justin Timberlake en Amanda Seyfried spelen bij vlagen simpelweg slecht en in de wat serieuzere scènes kan ik maar moeilijk naar de twee hoofdpersonen kijken. Gelukkig wordt hun falen een beetje gecompenseerd door Cillian Murphy, die een fijne rol heeft.

In Time gaat over Will Salas (Timberlake), een arme jongen met nog maar een paar dagen te leven. Hij moet hard werken om te overleven en de tijd die hij verdient moet hij ook nog eens delen met zijn moeder (Wilde). Will komt in de lokale kroeg iemand tegen die 100 jaar tijd op zijn klok heeft. De onbekende man heeft er al vele jaren op zitten en heeft de zin van het leven verloren en besluit in zijn oneindige wijsheid zijn tijd aan Will te geven en zelfmoord te plegen.

Dat heeft een aantal consequenties. Ten eerste denkt de lokale politie dat de onbekende man geen zelfmoord heeft gepleegd, maar dat Will hem heeft vermoord en zijn tijd heeft gestolen. Die dingen komen namelijk nogal eens voor. Tijdcriminaliteit, zeg maar. Ten tweede, en dit wordt goed uitgewerkt, is de tijdbalans verstoord. Het zit namelijk zo. De hoeveelheid tijd die je hebt bepaalt uiteindelijk ook waar je kan leven. Mensen met weinig tijd leven in de getto's. Wanneer er opeens iemand in de getto heel veel tijd krijgt en dat ook nog eens gaat weggeven aan `arme' mensen dan raakt de economie verstoord. En dat willen bepaalde mensen aan de top niet hebben.

Een van deze mensen zijn Philippe Weis (Vincent Kartheiser) die handelt in tijd. Je kan leningen afsluiten bij hem, om maar wederom een origineel voorbeeld te noemen. Will komt met Philippe in aanraking middels een potje poker waar Will ook all-in gaat en dus letterlijk speelt met zijn leven. Wederom een leuk voorbeeldje. Wills oog valt op de licht verveelde Sylvia (Seyfried) met het al eerder genoemde kapsel. Sylvia is het niet altijd eens met het beleid van haar vader, maar plukt er wel de vruchten van. Will brengt haar op andere gedachten. Philippe Weis wil graag weten waar Will al zijn tijd vandaan heeft en wat de gevolgen zijn voor de delicate tijdseconomie. Hij stuurt er daarom een `Timekeeper' op af. Deze beste man wordt gespeeld door Cillian Murphy en die doet dat erg leuk.

Dit verhaaltje dient vooral om het idee van de film te schetsen. Dat idee vind ik leuk verzonnen, goed uitgewerkt en vrij origineel. Het zal ongetwijfeld eens eerder in films zijn bedacht, maar de afgelopen jaren dat ik films aan het volgen ben heb ik het niet eerder gezien. Toch waardeer ik de film niet zo goed, omdat het verhaal aanzienlijk minder goed is uitgewerkt dan het concept. Het meeste heb ik me echter gestoord aan de acteurs, want sommige situaties komen absoluut niet goed uit de verf. Dat doet echt afbreuk aan een verder vermakelijke film.

The Hangover Part 2

Genre: Komedie
Met: Bradley Cooper, Ed Helmes, Zach Galifianakis, Ken Jeong & Mason Lee
Regie: Todd Philips (Old School, Road Trip)
Waardering: 3/5

The Hangover Part 2 is in heel veel opzichten gelijk aan zijn voorganger. Gelukkig geldt dat ook voor de humor, want de film is wederom best grappig, al vond ik deel één wel iets beter. Stu (Helmes) staan de gebeurtenissen in Las Vegas nog helder voor de geest en omdat hij gaat trouwen met een andere vrouw besluit hij een bachelor-brunch te geven. Erg verstandig, niet tof. Dat vinden ook zijn vrienden Phil (Cooper) en Doug (Justin Bartha). Er is helaas weinig aan te doen, maar er is nog hoop, want de bruiloft vindt plaats in Thailand. 

Stu wil eerst de veroorzaker van de problemen uit deel 1, Alan (Galifianakis), niet uitnodigen, maar onder lichte druk van Phil en Doug wordt Alan alsnog uitgenodigd voor de bruiloft. Een grote fout, zo zal al snel blijken, maar wel een leuke fout. Stu gaat trouwen met Lauren die afkomstig is uit Thailand. Haar familie wil graag dat ze daar trouwt en het hele stel vliegt dus over. Laurens vader is niet bepaald blij met de keuze van zijn dochter en hij vertelt Stu eens goed de waarheid wanneer hij Stu vergelijkt met rijst. Degene voor wie Laurens vader wel waardering heeft is zijn eigen zoon Kevin (Lee). Kevin is een wonderkindje, gaat medicijnen studeren op zijn zestiende en speelt vloeiend de prelude van Bachs eerste cello suite.

Alan heeft in deel 1 iedereen gedrogeerd, hetgeen leidde tot die hilarische scène dat ze wakker worden met een onbekende baby, een tijger en een missend persoon. Alans motieven zijn meestal wat wazig, maar hij is wel erg grappig over het algemeen. Hij is verwend, commandeert alles en iedereen, maar heeft tegelijkertijd ook wat autistische trekjes. In dit deel kan hij niet zo goed overweg met Kevin, waarschijnlijk omdat Kevin geniaal is en Alan zich geniaal waant, en Alan gaat over tot actie. 

Wederom worden Alan, Phil en Stu wakker in een hotelkamer. Stu heeft een tribal op zijn hoofd, dezelfde als Mike Tyson die overigens wederom een klein rolletje heeft weten te bemachtigen. Phil vindt een vinger in een bakje water en Alan wordt aangevallen door een drugs dealende aap. De rest van de film is, net als deel 1, een zoektocht naar de verdwenen vierde man. Ze worden dit keer samen met Mr. Chow (Jeong) wakker, maar zonder Kevin. Het is wel grappig dat de eerste plek waar ze gaan kijken het dak is.

Er zitten redelijk wat grappige verwijzingen naar deel 1 en ook wordt er naar wat andere films gerefereerd. The Hangover Part 2 is bij vlagen erg grappig en de film verveelt maar zelden. Het is wel in heel veel opzichten een letterlijke kopie van de eerste film, maar daar vind ik niet zoveel mis mee, zolang het maar grappig is. Een nieuw, altijd prettig, element is Paul Giamatti, die een crimineel speelt. Ook een monnik die een eed heeft gezworen om nooit meer te praten is ondanks het feit dat hij niks zegt toch best grappig. 

Het verhaal is nogal standaard en de laatste scène is ronduit jammer, want het moralistische praatje dat Stu uiteindelijk ten gehore brengt past totaal niet in deze film. Platte humor over shemales wordt afgewisseld met af en toe intelligentere grappen die vooral van Alan afkomstig zijn. Prima vermaak, niks meer en niks minder.

Warrior

Genre: Actie / Drama
Met: Joel Edgerton, Tom Hardy, Nick Nolte, Frank Grillo & Jennifer Morrison
Regie: Gavin O'Connor
Waardering: 4,5/5

Eén januari is een prima dagje om films te kijken. Computer naar beneden, aansluiten op de stereo, even wennen aan de dode/oude bierlucht van de dag ervoor, met z'n 6-en stinken op de bank en een paar filmpjes aanslingeren. De potentiële kater verdwijnt als sneeuw voor de zon na een beetje frisdrank en een fijne film. En dan biedt Warrior vermaak en drama op topniveau.

Warrior volgt het leven van twee jonge mannen. Tommy (Hardy) is ex-marinier en een man van weinig woorden. Hij heeft traumatische gebeurtenissen meegemaakt in de oorlog en is nu weer terug in Amerika. Hij besluit om, net zoals hij dat vroeger deed, te gaan vechten. Tommy zoekt zijn vader (Nolte) op die hij al 14 jaar niet meer heeft gezien. Toen Tommy vertrok was zijn vader nog een alcoholist, maar hij drinkt nu al bijna drie jaar niet meer. Aan de stem van zijn vader kan je nog wel horen dat daar vroeger wat whiskey in is gegaan. De relatie tussen Tommy en zijn vader is stroef, op z'n minst. Tommy haat zijn vader voor wat hij vroeger als dronkelap allemaal heeft gedaan, maar z'n vader kan één ding wel, en dat is iemand klaarstomen voor een gevecht.

Brendan (Edgerton) is het tegenovergestelde van Tommy. Hij is natuurkundedocent, is getrouwd en heeft twee dochters. Zijn vrouw Tess (Morrison) kent hij al vanaf zijn 16e, ze zijn even later getrouwd en wonen nu in een mooi huis in een prima buurt. Er is alleen één probleem. Ze kunnen de hypotheek van het huis niet betalen en de bank dreigt met inbeslagname van hun huis als ze binnen 3 maanden niet een gedeelte van hun hypotheek aflossen. Brendan was niet altijd een natuurkundeleraar, want vroeger vocht hij ook om de kost te verdienen. Brendan besluit te gaan vechten bij wat lokale evenementen om zo wat extra geld bij elkaar te sprokkelen.

Een rijke Wall Street zakenman J.J. Riley, gespeeld door de regisseur, organiseert een groot MMA-toernooi, genaamd Sparta. MMA, Mixed Martial Arts, is een nogal gewelddadige vechtsport, waarin elke vorm van Martial Arts is toegestaan om je tegenstander knock-out te slaan. Of te schoppen. Of te wurgen. 16 MMA vechters zullen deelnemen aan het toernooi en de winnaar krijgt 5 miljoen dollar. De terechte vraag, die ook aan J.J. Riley wordt gesteld, is waarom iemand zoiets zou organiseren. Volgens Riley wilde iedereen altijd al weten wie het sterkste jongetje uit de buurt was en dit toernooi gaat bepalen wie de sterkste man van de wereld is. Het is weer eens wat anders dan vrachtwagens vooruit trekken of 14 fusten bier van A naar B brengen.

Het toernooi is Brendan niet ontgaan en hij gaat volop trainen om mee te kunnen doen. 5 miljoen zal hem voorgoed uit de financiële problemen helpen. Brendan zoekt zijn oude coach Frank Campana (Grillo) op. Ook Tommy wil graag meedoen, maar heeft hele andere motieven. Hij gaat wederom bij zijn vader in de leer en wil een record van een oude Griekse held evenaren. Theogenes zou 1400 keer ongeslagen zijn in een gevecht. 

Wat de film bijzonder maakt is het contrast tussen de twee personages. Tommy is een beest, emotioneel gehavend door de oorlog. Hij voelt zich schuldig, hij is onsympathiek, ronduit grof tegen zijn vader ("I was right. I liked you better when you were a drunk.") en wanneer hij in de ring stapt maakt hij korte metten met iedereen die hij tegenkomt. Zijn vechtstijl past bij zijn karakter. De focus ligt op brute kracht en de meeste gevechten duren maar enkele minuten, want na een paar rake klappen kunnen de meeste tegenstanders afgevoerd worden. Tommy's schuldgevoel voor wat hij in de oorlog heeft gedaan komt fantastisch tot uitdrukking in de gevechten en in de loop van de film wordt duidelijk waarom hij zo bot en hard is.

Brendan heeft hele andere motieven. Zijn bestaan, en dat van zijn vrouw en kinderen, wordt door de bank bedreigd. Hij vecht alleen maar voor het geld en niet omdat hij problemen heeft of zijn frustraties moet botvieren op zijn tegenstanders. Zijn trainer Frank gebruikt Beethoven in zijn trainingsmethode om de vechters kalmte en rust bij te brengen in het heetst van de strijd. Brendans vechtstijl is niet gebaseerd op brute kracht, maar op rustig afwachten tot de tegenstander een fout maakt en dan toeslaan. Hij gebruikt vooral judo-technieken om zijn tegenstanders uit te schakelen.

De gevechten zijn spectaculair. MMA is echt een hele lompe sport, want eigenlijk mag alles. Als een tegenstander op de grond ligt mag je gewoon doormeppen, hetgeen ook gebeurt overigens. Elk gevecht heeft zijn charme en wanneer Sparta begint is het echt smullen van de actie. Op de achtergrond horen we Beethovens 'Ode an die Freude', al is het origineel soms wat bewerkt wanneer de gevechten hun hoogtepunt bereiken. Ook andere bombastische filmmuziek draagt bij aan de sfeer en rijgt de opeenvolgende gevechten aan elkaar.

Warrior is het aangrijpende verhaal van twee jonge mannen die beiden uit noodzaak gaan vechten. Ze zien beiden geen oplossing meer voor hun huidige situatie. Juist het feit dat het niet gaat om de eer, zoals bijvoorbeeld in The Fighter, wordt heel goed gefilmd en is erg indrukwekkend. Het fantastische acteerwerk, met overigens nog een hele goede bijrol van Kevin Dunn als schooldirecteur, zuigt je vanaf het eerste moment in de film en houdt je vast tot aan de mooie ontknoping. Dit is een topfilm.