21-09-2016

Captain Fantastic


Je denkt wellicht: 'alweer een Marvel-film?' Maar nee, Captain America en The Fantastic Four zijn niet gefuseerd. Wel zien we een clash tussen hedendaagse hippies en 'onze' samenleving, overgoten met een bak suiker.


Ben hanteert een Spartaanse opvoeding, midden in de wildernis. Zijn kroost leeft volledig zelfstandig in het bos. Ze hebben een ijzeren discipline, het uithoudingsvermogen van topatleten en zijn belezen. De jongste kent de Grondwet uit haar hoofd en de oudste is toegelaten op alle prestigieuze universiteiten. Wanneer de dood van hun moeder hen buiten de natuurlijk habitat drijft richting de 'normale' samenleving ontstaan er problemen. Overleven binnen een samenleving blijkt een behoorlijke opgave.

Viggo Mortensen is geweldig als filosoof-koning Ben in het bos. Hij onderwijst met kalmte, spuwt vuur in verhitte gesprekken en stimuleert z'n kinderen continu. Om moe van te worden. Menig hippie zal jaloers zijn op de minimalistische levensstijl die hij erop na houdt. De verjaardag van Noam Chomsky is een feestdag. Kerst vieren ze niet. In een tijd waarin alles commercieel is en zelfs eten eerlijk moet zijn, schrijft regisseur Matt Ross een mooi utopisch verhaal.


De eerste helft van de film heeft iets magisch, met goed uitgewerkte details. Weelderige beelden van de wildernis zijn prachtig. De jacht op een ree intrigerend. De manier waarop Bens dochter Lolita uitlegt is goed doordacht. De utopie krijgt gestalte, totdat de harde realiteit het gezin naar de stad drijft. Ze hebben het moeilijk. Het plot zelf heeft daar ook last van, want vanaf het moment dat ze met hun bus genaamd Steve vertrekken, boet de film in aan kracht.

De clashes met Bens schoonvader en de keuzes en inzichten van Ben stroken niet met wat hij zijn kinderen leert. Dat gaat wringen. Het plot is grappig en de onderlinge relaties sterk uitgewerkt, maar de film is ook mierzoet. En dat is toch enigszins misplaatst, zo'n Little Miss Sunshine gevoel.

19-09-2016

The Infiltrator


Bob Mazur schreef in 2009 een boek over zijn eigen leven. Jarenlang was hij undercover. Kartels en banken deed hij de das om. Nu verschijnt er een film over zijn belangrijkste klus.


In The Infiltrator zien we Bryan Cranston (Breaking Bad) als ervaren undercoveragent. Zijn personage, de geslepen Bob Mazur, neemt de rol aan van Robert Musalla, een witwasser voor de Colombiaanse drugskartels. Samen met agent Emir Abreu (John Leguizamo) duikt hij in de onderwereld. Robert wint het vertrouwen van de kleine criminelen tot aan Don Pablo toe. Werk en privé gescheiden houden blijkt lastig. De drugskartels deinzen nergens voor terug als ze bloed ruiken.

Clichés liggen op de loer, want hoeveel van dit soort films zijn er wel niet? Veel scènes zullen bekend voorkomen: de stripclubs, rokerige kantoortjes, kleine opnameapparaatjes en gigantische villa's waarin kingpins resideren. Het verveelt echter niet, want The Infiltrator is goed gemaakt. Cranston en Leguizamo spelen geweldig. Mooie bijrollen zijn er voor Amy Ryan als Bob's chef en Diane Kruger als beeldschone undercover verloofde. Ook de drugsbazen en dirty bankiers zijn goed gecast en hebben elk zo hun eigenaardigheden.


Regisseur Brad Furman hanteert dezelfde stijl als bij zijn vorige project The Lincoln Lawyer. De beelden zijn gelikt en broeierig, met snelle montage en okerkleurig palet. Het verhaal is realistisch en zonder opsmuk, zoals in American Gangster. Kundig werkt Furman toe naar een zinderende finale. Productiedesign is essentieel bij films als deze en dat zit hier wel goed. De confectie uit die tijd behoort gemakkelijk tot de meest extravagante ooit. De kostuums zijn feilloos, met prachtige pakken voor de hoofdrolspelers. Pusherman en andere hits klinken door de speakers, terwijl criminelen coke inpakken of elkaar om zeep helpen. Heerlijk.