26-01-2016

Op sterven na dood

Daar zitten we dan, in de Ysbreeker. Geert Mak schreef er blijkbaar een boek over, want dat ligt hier op de leestafel. Zoals Geert er ooit was (neem ik aan, heb geen tijd dat boek te gaan lezen) zit ik er nu ook. De bediening rent zich een slag in de rondte, de hipsters zijn er niet te tellen, ik heb uitzicht op de Amstel. Mooie plek voor een blogbericht.

Want wat is er nu eigenlijk allemaal aan de hand lieve kijkbuiskinderen? Nou, ik zal proberen dat in een aantal woorden eens uit de doeken te doen. Het verhaal begon eigenlijk afgelopen zomer en sinds een week in de Alpen is mijn leven in een stroomversnelling terecht gekomen, waardoor ik nu als een ware hipster zit te bloggen in een kroeg in Amsterdam Zuid.

Afgelopen zomer bevond ik mij met allemaal onbekende, doch vriendelijke mensen in een onbemande vallei in Zuid Frankrijk. Tenminste, het grootste gedeelte van het jaar is het onbemand, nu hadden we uiteindelijk 50 feestgangers die simultaan het leven vierden, met zwevertjes (Belgische experimentele drank), disco en overdag een hoop stilte, rust en zaligheid.

Daan vertelde mij ooit dat ik iemand was die veel prikkels nodig had. Dat is een aardige manier om aan te geven dat ik zo lui als een varken ben en het liefst de hele dag geen reet uit voer. Die prikkels kwamen er, afgelopen zomer. Elke avond leg je opnieuw aan mensen uit wat je zoal doet (toen weinig), deed (soms best wat), denkt, dacht, wilt en gaat doen. En dingen gaan doen, da's niet mijn specialiteit.

Alle gesprekken zetten me echter aan het denken. Nu denk ik eigenlijk na over van alles en nog wat, maar denken aan de toekomst onder de levenden, dat doe ik zelden tot nooit. Ik heb al jaren het idee dat als ik morgen dood zou neervallen ik een prima leven heb gehad. Is ook zo. Vind ik een geruststellende gedachte. Dat zal ook niet veranderen, denk ik. Maar hierdoor leefde ik ook teveel in het heden, zonder na te denken over hoe het heden er in de toekomst uit zou kunnen zien.

Afgelopen zomer gebeurde dat wel, doordat ik allerlei feestgangers op mooie manieren in het leven zag staan. Jonge mensen met ambitie en mooie banen, leuke levens, of op z'n minst goede ideeën over hoe het heden er over een paar jaar uit zou moeten zien. Dit deed me realiseren dat mijn toenmalige leven (zo'n 20 uur werken per week en dan nèt (niet) kunnen rondkomen) eigenlijk geen succes was.

Kijk, dat wist ik natuurlijk wel, maar ik kon me er niet toe zetten er iets aan te doen. Mensen die ik al jaren ken (vrienden, ouders) kan ik niet meer los zien van hun situatie, die over het algemeen niet veel verschilde van die van de vakantiegangers. Alle prikkels die er kwamen, vanuit ouders of vriendengroep, waren tevens bekend en hadden hun uitwerking verloren. Die vakantie met een overload aan nieuwe indrukken deed me echter wel tot actie over gaan.

Niet meteen natuurlijk. Ik loog mezelf nog een paar gedachten voor, zoals het idee dat ik Nijmegen niet wilde verlaten en daarom twijfelde om bij Calco te solliciteren. Ik zou verhuisbereid moeten zijn en wist niet of ik dat was. In werkelijkheid stond Nijmegen symbool voor mijn eigen ontwikkeling: stilstand. Die stad is op sterven na dood. Het is immers de oudste stad van Nederland. Na je studeren moet je in Nijmegen gaan settelen of er als de wiedeweerga wegwezen, want na je studie valt er geen klap meer te beleven.

Ik besloot op aanraden van Corine een inhousedag te volgen van Calco, werd al snel behoorlijk enthousiast van de sfeer en de manier van werken, solliciteerde nog dezelfde dag en mocht op gesprek komen de week erna, na een aantal assessments te hebben voltooid. Zij: "Wanneer kan je beginnen?" Ik (bij wijze van grap): "Morgen." Zij: "We hebben nog wel een plekje morgen." Dag erna stond ik wederom in pak in een klaslokaal, beginnend aan een IT-traineeship die me uiteindelijk bij de ABN AMRO in Amsterdam zou brengen. De stad die wel in beweging lijkt te zijn, waar genoeg te doen is en waar ik met veel plezier momenteel verblijf.

Nu ben ik solution designer, zeg maar het tegenovergestelde van filosoof. Eens geen problemen of obstakels zien, maar kijken naar hoe we ideeën van anderen zo goed mogelijk kunnen implementeren op de bestaande soft- en hardware. Een behoorlijke klus, gezien de enorme hoeveelheden software en hardware die er zijn. Ik kan niet in detail treden, want veiligheid. Ik typ dit berichtje ook over een beveiligde verbinding (VPN: virtual private network) hetgeen me toch enigszins doet vermoeden dat ik in een film zit.

Over films schrijf ik later nog. Ik heb een filmhuis naast de deur, bekijk best mooie dingen af en toe, maar heb thuis nog steeds geen internet en TV. Dat wordt geregeld, hopelijk. Dan weer wat meer berichtjes van mijn kant. Voor nu laat ik het hier even bij.

Het beste,
Wim