18-06-2016

Midnight Special


Oneliner:
Paranormaal ventje moet zijn wereld redden.

Gemaakt omdat:
Regisseur Jeff Nichols (Mud, Take Shelter) al een paar hits op zijn naam had staan en nu carte blanche lijkt te hebben. 


Gaat over:
Een religieuze sekte, de overheid, zijn vader en een vriend, die allemaal Alton achtervolgen. Het paranormale jongetje heeft visioenen, straalt met blauw licht anderen gedachten in en kan de toekomst voorspellen. Een gewild doelwit dus, voor zowel doemdenkers en de CIA. Vraag is echter wat het jongetje zelf wil en wat de reden is van zijn bestaan.

Met:
Michael Shannon als vader Roy. Hij speelt wederom een mysterieuze, getroebleerde man zoals hij dat al deed in Take Shelter. Joel Edgerton (Warrior) speelt Roy's goede vriend Lucas en samen proberen ze Alton te beschermen tegen de overheid, de sekte en andere krachten. Ook Kirsten Dunst is van de partij, geen vreemde wanneer het gaat om sci-fi thrillers, als de moeder van het jongetje. 


Overheersend gevoel:
Van net niet. Take Shelter was goed, Mud nog veel beter, maar dit raakt kant noch wal. De reactie van de volwassenen op het jongetje is ongeloofwaardig, zelfs als je de vreemde krachten van het jongetje voor lief neemt. De climax van de film werkt op de lachspieren en de spanningsboog is halverwege de film een slap aftreksel van de krachtige introductie. 

Wel sterk is de beklemmende sfeer die Nichols neerzet. Hij gebruikt onheilspellende, donkere beelden en meeslepende muziek. Zodoende zuigt de regisseur de kijker nu en dan in de film, maar de momenten van ongeloof zijn te overdadig aanwezig en halen je weer uit de ervaring.

Niet zien omdat:
De verwachtingen niet worden waargemaakt, de mooie verhalen uit Nichols' eerdere films afwezig zijn en de sci-fi elementen onsamenhangend zijn. Ben je op zoek naar een vreemde, psychologische sci-fi thriller, grijp dan terug op 10 Cloverfield Lane. Daar viel alles wél op z'n plek.

Money Monster



Oneliner:
Man gijzelt host tijdens live talkshow.

Met:
George Clooney die de typisch Amerikaanse host Lee Gates speelt van de beursgerelateerde talkshow Money Monster. Hij is zo ontzettend fout, komt op met danseressen en zijn arrogantie is haast niet in beeld te vatten. In Amerika krijgen dit soort lui een podium, je hoort ze onzin spuien op zenders als Fox. Wij verbazen ons daar dan over. Het is meestal wel prima TV. 


Ook Julia Roberts is van de partij, als regisseur van de show en steun en toeverlaat van Gates, zeker wanneer hij een pistool op z'n hoofd gezet krijgt terwijl miljoenen mensen toekijken. 

Regie is in handen van Jodie Foster, die sinds 2011 geen film meer regisseerde. Toen maakte ze The Beaver, waarmee ze probeerde haar vriend Mel Gibson terug in het zadel te helpen. Nu lijkt ze gewoon een spannende film te willen maken met een knipoog naar zowel de beurs als de Amerikaanse talkshows.


Gaat over:
Een doorgedraaide man, Kyle, die een fortuin is verloren. Dat verlies wijt hij aan Gates, die elke aflevering een bedrijf aandraagt dat het investeren waard is. Het bedrijf dat Gates echter aanraadde ging over de kop en Kyle's centen zijn verdampt. Middels een gijzeling probeert Kyle orde op zaken te stellen.

Overheersend gevoel:
Vooral spanning. Money Monster heeft genoeg twists en turns om het interessant te houden. Daarnaast is vooral Clooney's personage vrij geestig, evenals de situaties op de set die tegelijkertijd lachwekkend en angstaanjagend zijn. Realisme maakt halverwege de film plaats voor verwondering, maar storend is dat niet. De film neemt zichzelf nooit al te serieus.

Zien omdat:
Met name George Clooney weer een heerlijk personage aflevert. Ook de spanning en humor zijn top.

Warcraft: The Beginning



De plannen lagen er al jaren, al rond de tijd dat ik met mijn level 15 Tauren Warrior door een virtuele wereld liep. De wereld van Warcraft, waar nog altijd zo'n 6 miljoen mensen zich dagelijks mee vermaken. En nu eindelijk, na al die jaren, is er de film. Warcraft: The Beginning.


Blizzard Entertainment, de ontwikkelaar van alle Warcraft, Starcraft en Diablo spellen, is een van de grootste bedrijven in de business. De gamesindustrie doet al jaren niet meer onder voor de filmindustrie, zowel qua kwaliteit als omzet. Tegenwoordig is gamen sociaal geaccepteerd en zijn nerds het nieuwe hip.

Toen ik klein was speelde ik al de spellen van Blizzard. Warcraft 2, maar vooral Diablo 2, een hack en slash game die vooral verslavend was vanwege de zogenaamde 'itemkoorts': het verzamelen van items die bij het verslaan van monsters een geringe kans hadden te verschijnen. Ontelbare keren heb ik met willekeurige andere spelers hetzelfde level doorlopen, op zoek naar dat ene item dat ik nog nodig dacht te hebben. Jahaa, dames en heren, daar heb ik vele uren aan besteed hoor.

En toen kwam World of Warcraft, van alle spellen die ik heb gespeeld - en dat zijn er een boel - toch over het geheel genomen het beste spel. Je doet Blizzard tekort door het spel slechts af te doen als verslavend, of door te stellen dat alleen verslaafden het spel spelen. Beide statements zijn gedeeltelijk waar, maar spellen zijn niet zomaar verslavend. Ze zijn verslavend vanwege een bepaalde kwaliteit, en Blizzard leverde die kwaliteit, keer op keer.

Jaren heb ik WoW gespeeld - tegelijk stukken van mijn leven verspeeld. Nachten zat ik in zogenaamde raid-instances, een locatie in de wereld waar ik en 24 andere spelers het samen opnamen tegen bazen, monsters en puzzels. Het doel: de raid-instance 'clearen', dus alle bazen verslaan. Elke baas vereist weer een andere tactiek en een hoge mate van samenwerken. 25 man luisterden naar 1 leider, we spraken middels programma's als Skype, statistieken werden bijgehouden en de items die we als groep ontvingen werden volgens dezelfde statistieken verdeeld.

Het idee van een online community, het samenwerken, het gevoel te hebben ergens bij te horen, dat is wat World of Warcraft zo verslavend maakte. Buiten de georganiseerde raids om logde je 's middags even in, gewoon een praatje maken en wellicht vast wat spullen regelen die je met de raid nodig had. Drankjes enzo, om gezond te blijven tijdens de gevechten die soms wel 20 minuten duurden. En als je na maanden dan eindelijk zo'n baas verslaat, geeft dat een mooi gevoel. En tegen die tijd had Blizzard natuurlijk weer een uitbreiding of nieuwe raid-instance klaar staan. Want die 10 miljoen mensen die toen speelden en allemaal netjes 14,-/maand aftikten, moesten worden vermaakt.

En nu is er, eigenlijk speciaal voor dat publiek, een film. Warcraft: The Beginning, waarbij het je niet zal verbazen dat de origine van de strijd tussen The Horde en The Alliance - elkaars vijanden sinds Warcraft I - wordt verteld. Helden vanuit de verschillende games, zoals Medivh, Khadgar, Lothar en Go'El passeren de revue. De ultieme slechterik in World of Warcraft, Gul'Dan, voert The Horde aan en opent een portaal naar Azeroth, de wereld waarin zeven koninkrijken van The Alliance in vrede leven.


Verteerd door duistere magie, The Fel, jaagt Gul'Dan zowel zijn eigen onderdanen als The Alliance tegen zich in het harnas. Hij is echter zo krachtig dat niemand het aandurft tegen hem in opstand te komen, behalve Durotan Frostwolf: Orc en clanleider van de Frostwolves. Ook The Alliance probeert hun nieuwe vijand te verjagen uit Azeroth, maar weten zich in eerste instantie geen raad met de grote en gewelddadige orcs.

Blizzard's games hadden altijd al geweldige filmpjes in hun spellen zitten. Geheel volgens verwachting is de film dan ook fantastisch vormgegeven. Ik heb de laatste tijd een hoop films in IMAX 3D gezien, maar zelden was het zo scherp en kleurrijk als Warcraft: The Beginning. Uiteraard zijn er voor de fans talloze verwijzingen naar de game, zoals het ontstaan van raid-instance Karazhan, met daarin de Shade of Moroes als baas. Maar ook kleinere details, zoals het binnenvliegen van een Gryphon in Stormwind komt exact overeen met de vliegroutes in WoW.


Daarnaast is de actie van hoog niveau. Orcs zien er traditioneel bruut uit, met schedels en botten as ornamenten om hun uitrusting. De mensen ogen gelikt, in glimmende uitrustingen, zwaard en schild paraat. Ze vechten in formaties, in tegenstelling tot de Orcs die gewoon maar wat doen. Steden als Stormwind, maar ook kampen van The Horde, zijn vormgegeven met veel detail.

Voor de doelgroep is dit een geweldige film. Twee uur lang zien ze hun in-game helden op het witte doek, vechtend voor motieven die prima zijn uitgewerkt, maar een Oscar voor beste script zal de film niet krijgen. Vele critici sabelden de film al neer, daarbij regelmatig terugkomend op het idee dat het einde al nabij was voor de franchise. Ik waag dat te betwijfelen. Ook omdat ik zin heb in het vervolg.