03-09-2016

Mechanic: Resurrection


Arthur Bishop had beter dood kunnen blijven. Dat is eigenlijk de enige conclusie die je kunt trekken na het zien van Mechanic: Resurrection.


Het  begon allemaal in 1972, toen de originele versie van The Mechanic uitkwam. Charles Bronson speelde toen Arthur Bishop, een ervaren huurmoordenaar die een jongere vriend traint om mensen uit te schakelen. Alles gaat goed, totdat hun opdrachtgever hen verraadt. In 2011 kwam de remake van The Mechanic uit, gefilmd door Simon West. Aardige actiefilm, met Jason Statham in zijn vaste rol als taaie Brit die probleemloos iedereen om zeep helpt.

De sequel van de remake is verre van aardig. De ingrediënten zijn hetzelfde - met toevoeging van Jessica Alba. Bishop haalt dezelfde stunts uit, springt van een kabelbaan op een passerende hangglider, blaast jachten op, bezoekt vier landen in drie dagen en vermoordt naar schatting zo'n dertig mensen.

Want: zijn oude rivaal heeft z'n meissie ontvoerd en Bishop moet drie man vermoorden om haar terug te krijgen.


Ik heb geen problemen met zo'n plot. Wel heb ik problemen met de uitwerking. Een voorbeeldje:

De eerste persoon die Bishop moet omleggen is Krill, een Afrikaanse warlord. Deze bevindt zich in een maximum security prison in Maleisië. Waarom weet niemand, maar oké. Dus wat doet Bishop in zijn oneindige wijsheid? Hij googlet op 'wanted criminals in Malaysia', vindt er een met een tattoo op zijn gezicht, maakt die tattoo na, vervalst een paspoort met de gegevens van die crimineel en laat zich oppakken. Agenten arresteren hem, kijken in zijn paspoort en de volgende scène loopt hij doodleuk de zwaarbewaakte gevangenis in.

Nou kan je denken: 'Maar Wim, dat is zo gek toch nog niet bedacht?' Nee, an sich niet. Maar Bishop lijkt helemaal niet op die crimineel!

Het is ongekend hoe knullig deze film is opgezet. Bovenstaande voorbeeld staat niet op zichzelf. De makers nemen het publiek totaal niet serieus. Op kinderlijk eenvoudige wijze legt Bishop de mensen om. Originaliteit is volledig afwezig. Helaas geldt dat ook voor humor, degelijke actie en iets dat op acteren lijkt

01-09-2016

Chronic


Chronic won afgelopen jaar op Cannes de Gouden Palm voor het beste scenario. Dat soort aankondigingen zijn soms een lokkertje, maar in dit geval niet. Chronic had nog veel meer palmbladeren kunnen winnen.


De film opent met een enkele take gefilmd vanuit een auto. De camera tuurt naar een oprit. Het duurt zeker vijftien seconden voordat iemand de oprit op loopt, een auto instapt en weg rijdt. We volgen de auto, nog altijd in hetzelfde shot. Langzaam draait de camera naar de bestuurder, Tim Roth, om vervolgens de weg te vervolgen.

Tim Roth speelt David, een verpleger van chronisch zieke mensen. Hij leeft zich volledig in in zijn cliënten. Dat gaat vaak ver. Hij verzorgt een vrouw, Sarah. David wast haar, geeft haar te eten, helpt haar te slapen. Met dezelfde liefde als hij deze vrouw verzorgt, zo bekommert David zich om zijn andere cliënten. Een oude architect met een beroerte. Een vrouw op middelbare leeftijd met kanker. Een gehandicapte jongeman die niets van David wil weten.

Het is bijzonder indrukwekkend hoe David en zijn cliënten in beeld komen. De kijker is onderdeel van de meest kwetsbare momenten van beiden, hetgeen de film bijzonder aangrijpend maakt. Muziek ontbreekt nagenoeg. Scènes zijn net zo traag en slepend als de ziekten zelf. De thematiek is mooi vormgegeven op deze manier. Sober kabbelt Chronic voort, op naar de volgende cliënt.


De manier waarop David omgaat met de chronisch zieken is respectvol, soms komisch en altijd met enorme toewijding en belangstelling. Zelf heb ik dit soort mensen aan het werk gezien in het verpleegtehuis waar ik vroeger in weekenden werkte. Altijd klaar staan voor iedereen. Echt geweldig. Chronic is een prachtig portret van zo’n persoon en zal voor velen in de zorg herkenbaar zijn.

We leren de chronisch zieken kennen, maar David uiteraard ook. Zijn liefde voor Sarah, zijn passie voor zijn werk, maar ook zijn verleden. Er is een scène waarin hij met zijn dochter reflecteert op het verleden, na een periode van lange afwezigheid. Veel woorden spreekt het duo niet, maar elk woord is raak. Wederom is er sprake van één lang shot, waarin David emotioneel instort, weer opkrabbelt en zijn dochter gerust stelt. Geweldig hoe Tim Roth dit brengt. Hij speelt de beste rol van zijn carrière. Hier moet op zijn minst een Oscarnominatie uit voortvloeien.

Chronic is niet bepaald een feestje. Enigszins beduusd verlaat je de zaal, maar wat is deze film mooi gemaakt. De rust, de uitgebreide, lange shots, de afwezigheid van muziek, het ingetogen acteren en zelfs het ontbreken van conflict dragen allemaal bij aan een bijzonder drama. Een zeer ontroerende film. 

31-08-2016

De Noodkreet in de Fles


De Deense rechercheurs van afdeling Q zijn terug. Een nieuwe cold case dient zich aan, waarbij de serie dit keer op de religieuze toer gaat. Altijd bijzonder effectief, zo’n maffe sekte met vage rituelen. En een goed plot is precies waar het de voorgaande delen aan ontbrak.


De Noodkreet in de Fles is het derde deel van een grimmige reeks films over rechercheurs Carl Morck en zijn assistent Assad, gebaseerd op de boeken van Jussi-Adler Olsen. Het eerste deel kwam uit onder zijn Engelse naam The Keeper Of Lost Causes. Voor deel twee werd zowaar een vertaler gevonden, die de film De Fazantenmoordenaars doopte. Leuke titel, slechte film. Tevens verwarrend, want menig bioscoopganger dacht een Nederlandse film te gaan zien. Dat was dus niet zo, al haalde de film met gemak het erbarmelijke niveau van de gemiddelde Nederlandse film. Dat wel.

En nu is er dan deel drie. De vertaler mocht blijven en kwam met De Noodkreet in de Fles. Wederom een prima titel, en nu zowaar ook een prima film. Via flessenpost komt namelijk een zaak aan het licht waarbij kinderen uit zeer religieuze gezinnen worden ontvoerd en vermoord. Aangiftes blijven echter uit. Een mooie klus voor afdeling Q, die nog altijd opereert vanuit dat ondergrondse, schemerige, ieniemienie kantoortje dat we kennen uit de vorige films.

Het goede uit de voorgaande films is behouden: de ijzersterke band tussen Assad, Carl en Rose. Het acteerwerk zit namelijk meer dan snor. Carl is nog altijd even cynisch, zakelijk en socially awkward, met uiteraard geniale, eigenzinnige ingevingen, zoals detectives dat betaamt. Assad en Carl vullen elkaar goed aan. Assad heeft bijvoorbeeld humor, iets waar het Carl aan ontbreekt, hetgeen vooral in de autoscènes blijkt. Carl is makkelijk te verleiden tot een prank, iets waar Assad dankbaar gebruik van maakt. Deze grappige scènes doorbreken op speelse wijze de tamelijk serieuze film.


Waar het de vorige twee films aan ontbrak was een degelijk plot. Gezien het genre, een norse, noir detective, is zo’n degelijk plot een vereiste. Maar met name in De Fazantenmoordenaars was enige logica binnen het verhaal ver te zoeken. Dat is nu wel anders. De zaak, met ook een geweldig spelende moordenaar die doet denken aan Paul Dano’s creepy priester in There Will Be Blood, is interessant. Daarnaast krijgt de zaak gestalte door in te zoomen op de religieuze sekten. Omdat er recent weer kinderen zijn ontvoerd, is de spanning gegarandeerd.

Publiek, recherche en de slachtoffers weten binnen het uur wie de dader is. Dit doet echter niet af aan deze fijne thriller, die mooi opbouwt naar de climax. Daarbij is de verknipte moordenaar de sleutelfiguur. Hij is als een duivelse versie van Johannes de Doper met als favoriete wapen een schaar die hij nog even open doet nadat hij een slachtoffer steekt. De klopjacht die de politie opent, met als beste en spannendste scène een losgeldoverdracht op een trein, voert de kijker mee binnen de wereld van de moordenaar.

30-08-2016

Ben-Hur



De klassieker uit 1959 sleepte elf Oscars in de wacht. Prima idee voor een remake, dachten Paramount en MGM. Wat kan er fout gaan?


Nou, een hoop. Hier volgt een lijstje:
  1. Het is de maandag na de release en we zitten met misschien twintig mensen in de grote zaal van de Pathé Arena naar een IMAX 3D voorstelling te kijken om zes uur ’s avonds. Niet alleen Nederland zit niet te wachten op deze film. De hele wereld zit niet te wachten op deze film. Een groot deel van de investering van zo’n 150 miljoen dollar zullen de makers van dit Bijbelse epos nooit terugzien. Afgelopen weekend leverde de film slechts 19 miljoen dollar op, waarvan slechts zo’n 13 miljoen bij de filmstudio’s belandt.
  2. Critici sabelden de film neer, zoals de Romeinen dat vroeger ook konden. En omdat filmsterren ontbreken om mensen naar de bioscoop te lokken, Morgan Freeman als voice-over daargelaten, heb je degelijke recensies nodig. Die kreeg de film niet. Integendeel, er zijn bijzonder nare dingen gezegd over deze film. Terecht.
  3. In 1959 waren dit soort films over het oude Rome een bezienswaardigheid, alsof je in de antieke stad zelf ronddwaalde. In 2016 kijken we liever naar een eekhoorn, een mammoet en een sabeltandtijger uit de ijstijd. Veel recente films over de oudheid (Gods of Egypt, Immortals, Wrath of the Titans) waren geen (kas)succes. Gladiator was de laatste echt succesvolle film over de Romeinen, in 2000, met een Oscar voor beste film en een half miljard aan opbrengsten. Het is wel een beetje klaar met de oudheid, lijkt het.
  4. Ben-Hur is een christelijk verhaal, met mijlpalen uit Jezus’ leven door de scènes van twee aartsrivalen verweven. De Jood Ben-Hur en de Romein Messala leefden ooit als broeders, maar Messala’s ambitie en Ben-Hurs naïviteit leiden tot grote rivaliteit waarbij haat en wraak het innerlijke vuur voeden. De potentiële doelgroep christenen voor dit soort verhalen is echter aanzienlijk minder dan zestig jaar geleden. Je zal ook het seculiere publiek moeten aanspreken. Ik voelde me niet aangesproken.
  5. Tegenwoordig hebben christenen smaak, de EO-jongerendag niet meegerekend. Dus die zitten hier ook niet op te wachten. Sterker nog, je zou Ben-Hur eerder als godslastering kunnen zien. Mijn Indische collega Shailesh met wie ik deze film keek, vertelde bloedserieus dat als een bioscoop in India een film over een Hindoegod van deze kwaliteit zou uitzenden, het publiek de tent zou afbreken. De Pathé Arena staat er overigens nog.
  6. Jezus komt uit de lucht vallen, in plaats van dat-ie er naar opstijgt. Dat is echt een probleem, want de beste man kent geen introductie. Wederom minder een issue, in 1959, maar nu zien mensen Johan Cruijff als de Messias. Die behoeft echt geen introductie. Die had zonder moeite een melaatse kunnen beschermen, dat had het publiek begrepen. Nu is dat niet het geval. De film draait volledig om de twee broeders, waardoor de christelijke kwinkslag als donderslag bij heldere hemel komt. Heel pijnlijk, die laatste 15 minuten van deze film, waarin de haatdragende Ben-Hur van het ene op het andere moment een vergevingsgezinde, liefdevol christen wordt.

De vraag blijft: waarom is deze film gemaakt? In alle opzichten schiet de film tekort. Qua script, dat echt abominabel is. Qua acteren, waarbij met name Tony Kebbell als Messala het er bijzonder slecht vanaf brengt. Qua special effects, die afgezien van de veldslagen op zee en het paardenracen bijzonder matig zijn, maar wel bakken met geld kosten. Qua alles eigenlijk.

29-08-2016

Criminal


Misdadig slecht, zo is de film toch wel samen te vatten. Kevin Costner gromt en snauwt zijn weg door het halfbakken plot van een actiefilm waar meer in had gezeten, mits Criminal zichzelf wat minder serieus had genomen.


Het geheugen, de kennis en vaardigheden van CIA-agent Bill Pope (Ryan Reynolds) worden overgeplaatst naar de gewetenloze crimineel Jerico (Kevin Costner). In dat geheugen zit namelijk de locatie van The Dutchman, gespeeld door de Amerikaanse acteur Michael Pitt die wanhopig pogingen doet een Nederlands accent te imiteren. De hackende Hollander heeft zich via – en ik citeer – ‘een wormhole in het deep web’ toegang verschaft tot het volledige wapenarsenaal van de USA.

Juist.

Dit soort volstrekt belachelijke ideeën verlaten zonder problemen de bloedserieuze gezichten van een cast vol sterren. Naast Reynolds en Costner zijn ook Tommy Lee Jones als neurochirurg en Gary Oldman als CIA-baas van de partij, allen met gezicht in de plooi. Voor zover Jones’ gezicht dat nog toelaat dan. De CIA zitten achter de locatie van The Dutchman aan, maar ook een crimineel genaamd Heimdahl ziet de mogelijkheden van het Amerikaanse wapennetwerk wel zitten. Een klopjacht op de hacker zal de rest van de film in beslag nemen. Het is de CIA die de Face/Off-achtige operatie in gang zet. Jammer dat het niveau van die film nooit wordt gehaald.


Criminal heeft een hoog tempo. Actiescènes volgen elkaar rap op, maar dat geldt helaas ook voor de clichés. Criminal is het type actiefilm waarin personages worden geïntroduceerd met witte letters in beeld. Het type film waarin alle Londense trekpleisters de revue passeren via helikoptershots zonder dat er scènes plaats vinden. Het type film met achtervolgingen, stillevens van de stad tussen de scènes door, herinneringen en flashbacks die gepaard gaan met pieptonen en wazige beelden, industriële beats. Het type film waarin explosies plaatsvinden door sigaretten in olieplassen te gooien. 

Als er nou af en toe wat te lachen valt tijdens het kijken van Criminal, kan je de film alle onzin die het tentoonspreidt wel vergeven. Het absurde plot is desondanks te gebruiken voor een degelijke actiefilm, maar wat doet Criminal? Een wanstaltige poging Costners personage te ontwikkelen. De gewetenloze psychopaat (‘Hij heeft Frontal Lobe Synroom. Heel zeldzaam. De man kent geen emoties.’) krijgt wegens zijn nieuwe geheugen ook nieuwe emoties. Langzaam verandert hij in een zachtaardige variant van zichzelf en wordt hij zelfs liefdevol opgenomen binnen Bill Pope’s gezin. Het zijn deze scènes die een grondig gebrek aan visie tonen. Regisseur Ariel Vromen (The Iceman, Danika) heeft geen idee wat hij met het ongeloofwaardige plot aan moet. Hetzelfde lot treft de kijker..