Met: Joel Murray & Tara Lynne Barr
Regie: Bobcat Goldthwait
Waardering: 3.5 / 5
Reinout Oerlemans heeft onlangs ervaren dat Nederland nog enig fatsoen heeft en dat geld er (nog) niet voor zorgt dat alles rücksichtslos kan worden uitgezonden, maar in Amerika zijn ze met hun 958 zenders alle schaamte ver voorbij. Sinds een maand of drie heb ik geen TV meer en pas sinds het EK mis ik dat ding. Ik wil niet verkondigen dat Pauw en Witteman het enige goede programma is op de Nederlandse TV en ik heb me best kunnen vermaken met het eerste seizoen Oh Oh Cherso, maar programma's waar alles draait om gezeik en drama kan ik slecht hebben. Heb je wel eens dat je TV zit te kijken en je afvraagt waar ze al die onzin vandaan halen? Ik kan me al bijna niet meer herinneren dat ze muziek draaiden op een zender genaamd Music Television. Ik hoop altijd maar dat alles in scène is gezet, maar wat als My Super Sweet 16 en al die andere MTV programma's dat niet zijn? Verdienen de makers en de 16-jarigen dan een nekschot? Met deze gedachte liep regisseur en schrijver Bobcat Goldthwait ongetwijfeld rond toen hij begon aan God Bless America. Niet erg subtiel misschien, maar ook niet geheel onterecht, wat mij betreft.
Frank (Murray) zapt langs alle 958 kanalen en ziet ringtones, vrouwen die elkaar bekogelen met gebruikte tampons, America's Got Talent en realityshows over super sweet 16 feestjes voorbij komen. Frank heeft luidruchtige, onfatsoenlijke buren die tevens een baby hebben die hele dagen non-stop huilt. Frank vermoord in gedachten met een shotgun zowel de buren als de baby, maar wordt vervolgens bruut gewekt door meer gekrijs. De volgende dag wordt hij ontslagen op zijn werk en krijgt hij van zijn neuroloog te horen dat zijn hoofdpijn (en misschien zijn moordlustige gedachten) worden veroorzaakt door een tumor. Hij besluit het heft in eigen handen te nemen.
Na zijn eerste succes, een verwend, rijk, super sweet 16 meisje, wordt zijn daad opgemerkt door Roxy (Barr). Ook zij heeft een afkeer van de maatschappij en in de meeste dialogen tussen de twee kon ik me wel vinden. Niet dat ik een afkeer heb van onze maatschappij hoor, er is weinig mis met Nederland, maar het medialandschap is niet meer zo gevarieerd als het ooit was en commercie begint langzaam haar tol te eisen. Het feit dat mensen elke drol, busrit of glas wijn op Facebook en Twitter zetten helpt spreekwoordelijk gezegd ook niet mee aan de beeldvorming. A lá The Boondock Saints trekken Frank en Roxy erop uit om de samenleving te verlossen van onverschilligheid, reality-tv en leedvermaak om zwakzinnigen, een categorie mensen die altijd in min- of meerdere mate aanwezig is binnen het genre reality-tv.
Frank zelf is erg interessant, terwijl Roxy zoals Frank terecht aangeeft nogal lijkt op Juno. Juno is leuk, goede film ook, maar ook niet meer dan dat. Roxy is vooral op zoek naar avontuur en het valt Frank wel aan te rekenen dat hij Roxy meeneemt op zijn jacht naar verderfelijke celebrities. Voor de film werkt de combinatie tussen tiener Roxy en terminale Frank prima en de chemie tussen de twee is duidelijk aanwezig. Frank heeft een ex en een dochtertje waar werkelijk waar geen land mee te bezeilen valt. Hij heeft dus in een bepaald opzicht gefaald, want zijn eigen nageslacht is totaal in de ban van de media en commercie en klaagt steen en been wanneer ze een Blackberry in plaats van een iPhone 4 krijgt. Ze is 12 ofzo. Daarnaast heeft de hersentumor de tijdspanne van Frank flink ingekort, waardoor hij niets meer te verliezen heeft. Het resultaat is een ietwat verbitterde man die desondanks voor een hele vermakelijke film zorgt.
God Bless America, een zin waarmee elke zichzelf respecterende Amerikaan zijn of haar toespraken of concerten mee afsluit, is bij vlagen behoorlijk lomp. Close-ups van de moorden worden niet geschuwd en de film is op zijn minst controversieel te noemen. Aan de andere kant bevat de film een flinke portie humor en neemt God Bless America zichzelf niet al te serieus. De boodschap die de film echter uitdraagt valt natuurlijk niet te ontkennen en de aanzienlijke hoeveelheid dialogen hebben wel degelijk een serieuze ondertoon. De problemen van Frank en Roxy worden ondubbelzinnig duidelijk, maar of de oplossing is om vervolgens reality sterren te gaan vermoorden betwijfel ik. Waarschijnlijk is de wereld beter af zonder de cast van My Super Sweet 16 en waarschijnlijk zijn het tergende personen met weinig kans op herstel. Maarja, eigenlijk mag je dat niet hardop zeggen natuurlijk. Het is ook niet de oplossing en dat is eigenlijk het enige dat je de film kan en misschien moet verwijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten