20-02-2015

The Theory of Everything



The Theory of Everything is genomineerd voor vijf Oscars, waaronder beste film, beste mannelijke hoofdrol en beste vrouwelijke hoofdrol. De verwachtingen liggen hoog, maar worden ze waargemaakt?

Stephen Hawking is een van de invloedrijkste fysici van de afgelopen decennia met zijn theorieën over tijd, zwarte gaten en het ontstaan van het universum. Hij lijdt daarnaast aan een zeldzame vorm van ALS, een op zichzelf al zeldzame ziekte. Genoeg materiaal voor een film dus.


Die film is The Theory of Everything geworden, naar het boek van Jane Hawking. De biopic begint op de universiteit van Cambridge, waar de kijker bekend raakt met een op dat moment nog mobiele Hawking. De charismatische, nerdy Hawking lost in een uurtje de meest onmogelijke wiskundige problemen op, maar blijkt vrouwen ook geen enigma's te vinden. Binnen no-time slaat hij Jane Wilde (Felicity Jones) aan de haak. Het gaat Hawking voor de wind. Totdat de artsen vaststellen dat hij ALS heeft. "U heeft nog twee jaar te leven."

Hawking takelt langzaam af, maar weigert hulp. De innerlijke strijd en sociale gevolgen worden goed verwerkt in de film. Eten en praten wordt steeds lastiger en Hawking moet uiteindelijk aan hulpmiddelen geloven. De zorgzame Jane treedt op de voorgrond door zichzelf op te offeren. Felicity Jones levert een fijne rol af als intelligente academica die steeds meer te lijden heeft onder Hawkings medische problemen en gedrag.


Eddie Redmayne steelt echter de show. Hij lijkt echt sprekend op Hawking. Knap ook hoe het spelen van de steeds minder valide wordende Hawking hem ogenschijnlijk moeiteloos lijkt af te gaan, terwijl de scènes niet eens in chronologische volgorde zijn opgenomen. Stephen Hawking verklaarde na het bijwonen van een screening dat hij soms dacht naar zichzelf te kijken. Een groot compliment. Wellicht gaat Redmayne de Oscar winnen van zijn goede vriend Benedict Cumberbatch (The Imitation Game) die 10 jaar geleden ook al Stephen Hawking vertolkte, al vond ik Cumberbatch als Alan Turing beter.

Dat brengt me bij The Imitation Game, tevens een biopic over een geniale Britse wetenschapper. Een betere film, want het kraken van de Enigma is het ultieme doel en zuigt de kijker in de film. Er staat wat op het spel. In The Theory of Everything is dit niet het geval. Hawkings theorie wordt - althans in de film - vrij snel voor waar aangenomen, iedereen weet dat-ie nog leeft, hij wordt nooit tegengewerkt en alle mijlpalen van Hawking worden netjes verfilmd, maar de urgentie ontbreekt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten