07-07-2014

Transcendence



Een terreurgroep gericht tegen pioniers op het gebied van artificiële intelligente pleegt een grootschalige aanslag waarbij vele doden en gewonden vallen. Een van die gewonden is Dr. Will Caster, een specialist op het gebied van AI. Hij zal weldra ook tot de doden behoren. De kogel waarmee hij is geraakt blijkt radioactief en Will heeft slechts een maand te leven.



Toevalligerwijs is een half jaar voor de aanslag een professor erin geslaagd het bewustzijn van een rhesusaapje te uploaden naar een computer. Via draadjes en elektroden. We moeten maar even aannemen dat dat mogelijk is. Will wil nog niet dood en besluit samen met zijn echtgenote Evelyn om ook zijn bewustzijn te uploaden naar een zeer geavanceerde computer. Het experiment slaagt, Will sterft fysiek, maar zijn bewustzijn leeft digitaal voort.

Het is prettig om Johnny Depp in de serieuze rol van Dr. Will Caster te zien. Je zou haast vergeten dat-ie dat ook kan, na al die karikaturen (piraten, indianen, sprookjesfiguren) die hij de afgelopen jaren speelde. Caster zelf is echter een wat flets personage zonder veel diepgang. Doorzichtige wateren, ondiepe gronden. Veelzijdiger is Evelyn - gespeeld door Rebecca Hall - de vrouw van Will en het levende ethische dilemma. Ze wil haar man in digitale vorm behouden, maar kan ook niet ontkennen dat de digitale Will niet alles is wat ze had gehoopt. Wellicht is het bewustzijn niet in een computer te vangen. Collegae en vrienden Max (Paul Bettany) en Joseph (Morgan Freeman) vervullen de ondankbare taak van onvermurwbare goeieriken, zonder al teveel succes. Dat ligt overigens niet aan hen, maar aan de slecht geschreven personages.



Het duurt niet lang voordat het bewustzijn van Will groteske vormen begint aan te nemen. Hij wil meer vermogen, meer rekenkracht, meer invloed. Evelyn moet dat regelen. Een computerbrein bestuurd door een menselijk bewustzijn heeft haast ongelimiteerde mogelijkheden. Will poogt ze allemaal te benutten. Ten koste van veel. Met name ten koste van de film zelf, die begint als sci-fi thriller en eindigt als warrig metafysisch drama.

Jack Paglan, de schrijver van Transcendence, lijkt geen idee te hebben waar technologie ophoudt en fantasie begint. Dat je een bewustzijn, volgens de film bestaande uit louter elektrische signalen, kunt uploaden wil ik best geloven. Je moet de film een kans geven, niet? Er wordt vervolgens een klein dorpje omgebouwd tot high tech facility met honderden zonnepanelen om Will's server te huisvesten - een proces dat jaren in beslag neemt - en niemand die er iets aan doet of van zegt. Eigenaardig, op z'n minst. Wanneer echter vervolgens nano-technologie haar opwachting maakt en Will als een soort God zonder netwerkmogelijkheden van alles en nog wat kan besturen, regenereren en laten ontploffen, is het einde echt zoek en wordt het script lachwekkend.



Wally Pfister, de vaste director of photography van Christopher Nolan, levert zoals verwacht een film af met mooie shots, fraaie effecten en strakke cameravoering. Transcendence ziet er top uit. Het vernuft, noem het de ziel, hetgeen Nolans films kenmerkt, ontbreekt echter. Transcendence is geen Inception of The Dark Knight. Het komt niet eens in de buurt.

Het is vooral jammer dat de potentieel interessante mix tussen technologie en mind-bodyproblematiek niet zorgvuldiger wordt behandeld, maar wordt overgoten met een overdreven, humorloos sci-fisausje waarin mensen nog net niet kunnen teleporteren of tijdreizen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten