30-08-2016

Ben-Hur



De klassieker uit 1959 sleepte elf Oscars in de wacht. Prima idee voor een remake, dachten Paramount en MGM. Wat kan er fout gaan?


Nou, een hoop. Hier volgt een lijstje:
  1. Het is de maandag na de release en we zitten met misschien twintig mensen in de grote zaal van de Pathé Arena naar een IMAX 3D voorstelling te kijken om zes uur ’s avonds. Niet alleen Nederland zit niet te wachten op deze film. De hele wereld zit niet te wachten op deze film. Een groot deel van de investering van zo’n 150 miljoen dollar zullen de makers van dit Bijbelse epos nooit terugzien. Afgelopen weekend leverde de film slechts 19 miljoen dollar op, waarvan slechts zo’n 13 miljoen bij de filmstudio’s belandt.
  2. Critici sabelden de film neer, zoals de Romeinen dat vroeger ook konden. En omdat filmsterren ontbreken om mensen naar de bioscoop te lokken, Morgan Freeman als voice-over daargelaten, heb je degelijke recensies nodig. Die kreeg de film niet. Integendeel, er zijn bijzonder nare dingen gezegd over deze film. Terecht.
  3. In 1959 waren dit soort films over het oude Rome een bezienswaardigheid, alsof je in de antieke stad zelf ronddwaalde. In 2016 kijken we liever naar een eekhoorn, een mammoet en een sabeltandtijger uit de ijstijd. Veel recente films over de oudheid (Gods of Egypt, Immortals, Wrath of the Titans) waren geen (kas)succes. Gladiator was de laatste echt succesvolle film over de Romeinen, in 2000, met een Oscar voor beste film en een half miljard aan opbrengsten. Het is wel een beetje klaar met de oudheid, lijkt het.
  4. Ben-Hur is een christelijk verhaal, met mijlpalen uit Jezus’ leven door de scènes van twee aartsrivalen verweven. De Jood Ben-Hur en de Romein Messala leefden ooit als broeders, maar Messala’s ambitie en Ben-Hurs naïviteit leiden tot grote rivaliteit waarbij haat en wraak het innerlijke vuur voeden. De potentiële doelgroep christenen voor dit soort verhalen is echter aanzienlijk minder dan zestig jaar geleden. Je zal ook het seculiere publiek moeten aanspreken. Ik voelde me niet aangesproken.
  5. Tegenwoordig hebben christenen smaak, de EO-jongerendag niet meegerekend. Dus die zitten hier ook niet op te wachten. Sterker nog, je zou Ben-Hur eerder als godslastering kunnen zien. Mijn Indische collega Shailesh met wie ik deze film keek, vertelde bloedserieus dat als een bioscoop in India een film over een Hindoegod van deze kwaliteit zou uitzenden, het publiek de tent zou afbreken. De Pathé Arena staat er overigens nog.
  6. Jezus komt uit de lucht vallen, in plaats van dat-ie er naar opstijgt. Dat is echt een probleem, want de beste man kent geen introductie. Wederom minder een issue, in 1959, maar nu zien mensen Johan Cruijff als de Messias. Die behoeft echt geen introductie. Die had zonder moeite een melaatse kunnen beschermen, dat had het publiek begrepen. Nu is dat niet het geval. De film draait volledig om de twee broeders, waardoor de christelijke kwinkslag als donderslag bij heldere hemel komt. Heel pijnlijk, die laatste 15 minuten van deze film, waarin de haatdragende Ben-Hur van het ene op het andere moment een vergevingsgezinde, liefdevol christen wordt.

De vraag blijft: waarom is deze film gemaakt? In alle opzichten schiet de film tekort. Qua script, dat echt abominabel is. Qua acteren, waarbij met name Tony Kebbell als Messala het er bijzonder slecht vanaf brengt. Qua special effects, die afgezien van de veldslagen op zee en het paardenracen bijzonder matig zijn, maar wel bakken met geld kosten. Qua alles eigenlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten