★★★★
De Deense
rechercheurs van afdeling Q zijn terug. Een nieuwe cold case dient zich aan, waarbij de serie dit keer op de
religieuze toer gaat. Altijd bijzonder effectief, zo’n maffe sekte met vage
rituelen. En een goed plot is precies waar het de voorgaande delen aan ontbrak.
De Noodkreet in de Fles is het derde deel van een grimmige reeks films over
rechercheurs Carl Morck en zijn assistent Assad, gebaseerd op de boeken van
Jussi-Adler Olsen. Het eerste deel kwam uit onder zijn Engelse naam The Keeper Of Lost Causes. Voor deel
twee werd zowaar een vertaler gevonden, die de film De Fazantenmoordenaars doopte. Leuke titel, slechte film. Tevens
verwarrend, want menig bioscoopganger dacht een Nederlandse film te gaan zien.
Dat was dus niet zo, al haalde de film met gemak het erbarmelijke niveau van de
gemiddelde Nederlandse film. Dat wel.
En nu is er dan
deel drie. De vertaler mocht blijven en kwam met De Noodkreet in de Fles. Wederom een prima titel, en nu zowaar ook
een prima film. Via flessenpost komt namelijk een zaak aan het licht waarbij
kinderen uit zeer religieuze gezinnen worden ontvoerd en vermoord. Aangiftes
blijven echter uit. Een mooie klus voor afdeling Q, die nog altijd opereert vanuit dat ondergrondse, schemerige, ieniemienie kantoortje dat we kennen uit
de vorige films.
Het goede uit de
voorgaande films is behouden: de ijzersterke band tussen Assad, Carl en Rose.
Het acteerwerk zit namelijk meer dan snor. Carl is nog altijd even cynisch,
zakelijk en socially awkward, met uiteraard geniale, eigenzinnige ingevingen,
zoals detectives dat betaamt. Assad en Carl vullen elkaar goed aan. Assad heeft
bijvoorbeeld humor, iets waar het Carl aan ontbreekt, hetgeen vooral in de
autoscènes blijkt. Carl is makkelijk te verleiden tot een prank, iets waar Assad dankbaar gebruik van maakt. Deze grappige
scènes doorbreken op speelse wijze de tamelijk serieuze film.
Waar het de
vorige twee films aan ontbrak was een degelijk plot. Gezien het genre, een
norse, noir detective, is zo’n degelijk plot een vereiste. Maar met name in De Fazantenmoordenaars was enige logica
binnen het verhaal ver te zoeken. Dat is nu wel anders. De zaak, met ook een
geweldig spelende moordenaar die doet denken aan Paul Dano’s creepy priester in
There Will Be Blood, is interessant.
Daarnaast krijgt de zaak gestalte door in te zoomen op de religieuze sekten.
Omdat er recent weer kinderen zijn ontvoerd, is de spanning gegarandeerd.
Publiek,
recherche en de slachtoffers weten binnen het uur wie de dader is. Dit doet
echter niet af aan deze fijne thriller, die mooi opbouwt naar de climax.
Daarbij is de verknipte moordenaar de sleutelfiguur. Hij is als een duivelse
versie van Johannes de Doper met als favoriete wapen een schaar die hij nog
even open doet nadat hij een slachtoffer steekt. De klopjacht die de politie
opent, met als beste en spannendste scène een losgeldoverdracht op een trein,
voert de kijker mee binnen de wereld van de moordenaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten