Met: Paul Bettany, Cam Gigandet, Maggie Q & Karl Urban
Waardering: 1.5/5
3D wordt steeds vaker een excuus voor iets waaraan je een euro extra kwijt bent om vervolgens met een niet-passende bril enkele scènes toffe 3D te mogen aanschouwen in een verder volledig hersenloze film. Priest valt ook in dit snel groeiende rijtje van algehele inspiratieloosheid, weggemoffeld door visuele hoogstandjes.
De film begint met een intro in stripvorm waarin wordt verteld dat de wereld al millennia lang in oorlog is. Die oorlog wordt gevoerd tussen de mensen en de vampieren. De vampieren waren aan de winnende hand, totdat de priesters opstonden; getalenteerde `warrior-monks' die door middel van het gebruikelijke zilver, kruizen en daglicht de vampieren een halt toe riepen. De vampieren werden vervolgens opgesloten in reservaten (Waarom? Maak ze gewoon dood.) en sindsdien is de rust wedergekeerd op Aarde, totdat een groep vampieren bekenden van Priest (Bettany) ontvoeren.
Priest is sinds de laatste oorlog overbodig geworden en woont nu in een stad die wordt geregeerd door de Kerk. De vergelijking met middeleeuws christendom is snel gemaakt. De Kerk heeft de bevolking van de stad in haar greep en claimt dat zolang men de Kerk dient en in God gelooft de vampieren niet zullen terugkeren. Een raad geestelijken indoctrineert de burgers met leuzen als: "To go against the Church is to go against God." De stad is een rokende bende van ongezelligheid, tot op de tanden bewapende militairen, hetgeen het geloof van veiligheid niet echt bevordert lijkt me, en angstige inwoners. Boven de stad hangt een dikke laag smog en de stad is volledig geautomatiseerd. Zelfs de biechthokjes hebben automatische deuren en digitale biechtmogelijkheden.
Buiten de stad is het heel anders, het wordt de `Wastelands' genoemd. Er zijn dorpjes en ranches, men loopt rond in cowboy-kleren en de lokale sheriff Hicks (Gigandet) draagt een authentieke sheriffster. Er rijdt nog een stoomtrein (ter vergelijking, Priest rijdt op een straalmotor-motor die zo'n 400 km/h gaat en wordt opgeladen door zonne-energie. Nou, dan hebben ze de zonne-energie efficiëntie aardig onder de knie gekregen in deze vampierenwereld), men heeft oude pistolen en geweren en draait grammofoonplaten van oude muzikanten. Het is alsof de tijd buiten de stad heeft stilgestaan en ze eind 19e eeuw in het Wilde Westen zijn blijven hangen, maar dan met vampieren i.p.v. bandieten. Het enorme verschil tussen de stad en de omgeving is absurd en het verhaal vertoont flinke plotgaten en een hoop slecht gejatte scènes.
Het is niet dat ik een goede film had verwacht. Deze films zijn dat maar zelden, maar de film is ook niet leuk om naar te kijken en klopt van geen kanten. Allerlei dingen passen niet in het plaatje. De vampieren zijn wezens die lijken te zijn weggelopen uit een random horrorfilm. De vampieren hebben geen ogen, maar weten Priest en zijn compagnons altijd feilloos te vinden. De baas van de vampieren (Urban), die net als Priest naam- en karakterloos is, orkestreert de hele meute monsters naar dorpjes om daar eten te verzamelen onder begeleiding van klassieke muziek. Hij dirigeert het dorpje de vernieling in, als het ware, en is de enige die voldoet aan de klassieke vampier die we uit vele andere films kennen.
Wat Rob de Geus heeft met rubbertjes heb ik met Priest; ik word hier niet vrolijk van. De slotscène laat meer dan genoeg ruimte voor een sequel. De film zelf is terecht vrij hard geflopt, dus laten we hopen dat de producenten het bij dit misbaksel laten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten